Kamervragen: Verzweeg het Ministerie tegenvallende SyRI resultaten?
Staatssecretaris Van Ark gaf eind vorig jaar aan niet te weten wat de resultaten van SyRI in Capelle aan den IJssel waren. Alle gegevens zouden al zijn vernietigd. Uit vrijgegeven evaluaties blijkt nu dat toen allang bekend was dat met SyRI geen fraudeurs waren opgespoord. GroenLinks vraagt het ministerie om opheldering.
In oktober 2018 stelde GroenLinks naar aanleiding van een artikel op Algorithmwatch.org een aantal Kamervragen aan het Ministerie over het SyRI-onderzoek in Capelle aan den IJssel, waarin Kathalijne Buitenweg onder meer vroeg naar de resultaten van de SyRI-risicomeldingen.
De antwoorden die staatssecretaris Van Ark in december 2018 daarop gaf, grossierden in vaagheid en ontwijkingen. Op de vraag hoeveel risicomeldingen uit SyRI op fraude wezen, gaf Van Ark geen antwoord. Ze meldde slechts dat er 41 risicomeldingen uit SyRI waren aangeleverd, en dat alle gegevens rondom het SyRI-onderzoek al waren vernietigd. We stelden eerder dat dat ongeloofwaardig was; de SyRI- wetgeving verplicht immers de terugkoppeling van risicomeldingen en hun bruikbaarheid. Weliswaar worden de in SyRI gebruikte persoonsgegevens binnen twee jaar vernietigd; de resultaten zouden op basis van de wet gewoon beschikbaar moeten zijn.
Onbruikbare risicomeldingen
Een half jaar later onthulde de Volkskrant dat er nog niet één fraudeur was opgespoord met SyRI sinds de invoering van het systeem in 2014. De onthullingen waren gebaseerd op evaluaties van SyRI-onderzoeken, waaronder die van Capelle aan den IJssel. Daar staat het volgende te lezen over de 41 risicomeldingen die uit SyRI werden aangeleverd:
“De aangeleverde signalen vanuit SyRI hebben niet tot nader onderzoek geleid. Dit is gelegen in het feit dat het veelal om al bekende informatie ging (bijstandsdossier, BRP, inmiddels achterhaalde informatie of bv een rekening bij een bewindvoerder).”
Buitenweg vraagt of het Ministerie ten tijde van de beantwoording van haar vragen eind 2018 op de hoogte was van deze resultaten. Staatssecretaris Van Ark meldde immers wel dat er 41 risicomeldingen waren aangeleverd, maar niet dat deze onbruikbaar werden geacht door het onderzoeksteam.
Ook vraagt ze of de staatssecretaris er nog steeds van overtuigd is dat het niet mogelijk is om te achterhalen bij hoeveel risicomeldingen er overtredingen zijn vastgesteld. Van Ark stelde dat dit niet mogelijk was omdat de gegevens waren vernietigd, maar de resultaten in het rapport weerspreken dit.
Onbewust verkeerd geïnformeerd
Daarnaast wil Buitenweg weten waarom de evaluatierapporten van de SyRI-onderzoeken zo laat zijn gepubliceerd. Het Ministerie gaf de evaluaties waarop de Volkskrant zich baseert, pas vrij op de dag voordat erover werd gepubliceerd. In de rapporten staat echter te lezen dat de onderzoeken al in de eerste helft van 2017 werden afgerond. “Waarom heeft het zo lang geduurd voordat de evaluatie is gepubliceerd? Is het toevallig dat de evaluatie net de dag voor de publicatie in de Volkskrant is gepubliceerd?”
In reactie op een item op Radio 1 waarin de kwestie eerder ter sprake kwam, stelde het Ministerie niet inhoudelijk te willen reageren, maar liet wel weten “niet bewust” informatie te hebben achtergehouden. Buitenweg vraagt: “Moet ik hieruit afleiden dat ik ‘onbewust’ wel verkeerd ben geïnformeerd? Op welke datum was de evaluatie van Capelle aan den IJssel afgerond? Was dit voor de beantwoording van mijn vragen? Op welke datum is de evaluatie naar het ministerie gestuurd?”
Meerwaarde SyRI
De onbruikbaarheid van de risicomeldingen roept bij het GroenLinks-Kamerlid ook vragen op over de meerwaarde van SyRI. Ze vraagt: “Als de 41 risicomeldingen slechts achterhaalde of bekende informatie bevatten, die ook zonder de inzet van SyRI bekend was bij partijen, wat is dan volgens u de meerwaarde van SyRI geweest met betrekking tot die 41 meldingen?”
Het is in onze ogen goed dat de onbevredigende antwoorden die staatssecretaris Van Ark in december 2018 gaf, een vervolg krijgen. We zijn vanzelfsprekend benieuwd naar haar verklaring voor het “niet bewust achterhouden” van de SyRI-evaluaties. Waarom de rapporten niet zijn vrijgegeven naar aanleiding van ons wob-verzoek, maar (naar het lijkt) naar aanleiding van de publicatie in de Volkskrant, is ons tot op heden een raadsel. Zonder grondige, geldige verklaring zou het in onze ogen een onrechtmatige vertraging van ons wob-verzoek zijn.
Het is daarnaast natuurlijk opmerkelijk dat de staatssecretaris in december 2018 wel aan de Kamer wist te melden dat er 41 SyRI-risicomeldingen waren aangeleverd, maar er niet van op de hoogte was dat deze niet tot nader onderzoek hadden geleid. De onderzoeken waren op dat moment al ruim anderhalf jaar afgerond. Ook naar die verklaring zijn we erg nieuwsgierig. Te hopen valt dat er deze keer wel heldere antwoorden komen vanuit het ministerie.
Download hier de Kamervragen die GroenLinks vandaag indiende.
Uw steun is hard nodig
De rechtszaak tegen SyRI en de campagne Bij Voorbaat Verdacht die ermee samenhangt, wordt volledig mogelijk gemaakt door donaties en giften. U kunt ons juridische en journalistieke onderzoek naar SyRI steunen door uw gift over te maken aan Stichting Platform Bescherming Burgerrechten op IBAN: NL81 TRIO 0391158937 onder vermelding van SyRI. Omdat onze stichting een ANBI status heeft, is uw gift belasting aftrekbaar. U kunt uw gift ook overmaken via de donatiepagina op onze campagnesite Bij Voorbaat Verdacht.