SyRI: De digitale vertakking van de wantrouwende overheid
Na ruim twee decennia van aanscherpingen en verharding in de bijstand, krijgt de afbraak van rechten in de verzorgingsstaat met systemen als SyRI ook een digitale dimensie. Het vormde voor de grootste vakbond van Nederland reden om zich te voegen bij maatschappelijke coalitie tegen SyRI. Lees de uitgebreide motivatie van FNV om zich bij de bodemprocedure aan te sluiten.
In september bepaalde de rechter dat FNV zich kan voegen in de bodemprocedure die een maatschappelijke coalitie aanspande tegen het Systeem Risico Indicatie (SyRI).
In de Akte van Voeging, waarin FNV haar redenen voor een rechtsgang uiteenzet, gaat de vakbond nader in op een aantal specifieke gevolgen van SyRI voor haar achterban. FNV behartigt immers niet alleen de belangen van werkenden, maar ook mensen die op dit moment werk zoeken of wegens arbeidsongeschiktheid voor langere tijd niet in staat zijn om te werken. De laatste twee categorieën burgers worden in toenemende mate door de overheid behandeld als mogelijke fraudeurs, en niet als mensen die ondersteuning nodig hebben.
De inzet van SyRI vormt onderdeel van een langer lopende trend in het klimaat rondom de bijstand, waarbij de Staat bij voorbaat uitgaat van de kwade trouw van burgers die aankloppen voor hulp. De rechten en rechtsbescherming van bijstandsgerechtigden worden sinds de jaren 90 teruggeschroefd; de verplichtingen en de hoogte van sancties namen omgekeerd evenredig toe.
Lik op stuk
Een van de laatste en meest kenmerkende toevoegingen aan dit beleid is de beruchte Fraudewet uit 2013, die partijen in het sociale domein verplichtte om lik op stuk beleid te voeren en hoge boetes uit te delen. Al snel werd vastgesteld dat de zero tolerance aanpak vooral pechvogels raakte; mensen die door een fout in de administratie, communicatie of het verkeerd invullen van een formulier teveel geld krijgen uitgekeerd. Volgens de Nationale Ombudsman was er bij maar liefst 70 procent van de opgelegde boetes geen sprake van kwade opzet. Bovendien ontspringen de echte beroepsfraudeurs volgens sociaal rechercheurs de dans omdat er geen capaciteit is voor het vervolgen van grotere fraudezaken.
“Die kentering naar een zero tolerance uitkeringsfraudebestrijding heeft tot gevolg dat alle aspecten van het leven van de uitkeringsgerechtigde worden bekeken door een ‘misbruik-bril’”, aldus FNV. Met de inzet van SyRI, waarbij onverdachte burgers op grote schaal heimelijk worden doorgelicht met nagenoeg alle gegevens die bij verschillende overheidsloketten over hen liggen opgeslagen, krijgt dit beleid ook een digitale vertakking. “De wantrouwende overheid is een probleem dat bredere maatschappelijke en politieke aandacht verdient. De inzet van bestandskoppelingen in systemen zoals SyRI geeft aan dit probleem echter een extra dimensie.”
Stigmatisering
Het stigma waarbij doorsnee uitkeringsgerechtigden over één kam worden geschoren met fraudeurs, wordt met de inzet van SyRI het uitgangspunt van de digitale overheid, stelt FNV in haar Akte van Voeging. “Goedwerkende fraudebestrijding zou zich moeten richten op de echte fraudeurs, en daarbij de niet-frauderende gerechtigden, mensen die hun uitkering echt nodig hebben om van te leven, niet moeten lastigvallen. Helaas leidt de inzet van systemen zoals SyRI er juist toe dat steeds meer goedwillende burgers binnen hun privédomein worden lastiggevallen en worden geconfronteerd met handhavingsacties en sancties die zij niet verdienen of die niet in verhouding staan tot de geconstateerde overtreding.”
De focus van SyRI op armere buurten versterkt daarbij de al bestaande stigmatisering van de doorgelichte wijken en bewoners daarvan. “Met SyRI worden wijken die reeds als probleemwijk bekend staan aan een nader onderzoek onderworpen. Daardoor is de kans dat onregelmatigheden worden gevonden hoger dan in andere wijken. Dat bevestigt op zijn beurt weer het beeld van de probleemwijk en versterkt het negatieve beeld dat reeds bestaat van de burgers die in de wijk wonen, ook al is ten aanzien van hen geen risicomelding gedaan.”
Gebruik van opsporingsmiddelen niet in de wet beperkt
FNV benadrukt dat burgers in de bijstand weinig rechtsbescherming genieten wanneer er naar aanleiding van een risicomelding uit SyRI onderzoek naar hen wordt gedaan. Eenmaal in het vizier komt van de handhavingsdiensten van de gemeente, UWV of SVB, ben je al gauw vogelvrij als het op je privacy aankomt.
Zo kon het voorkomen dat een Delftse vrouw die op basis van een anonieme tip werd verdacht van bijstandsfraude langdurig in het geheim werd geobserveerd. Vier rechercheurs bleken de vrouw in zestig dagen tijd 97 keer te hebben bespied, onder meer met een camera, verborgen in een voor haar flat geparkeerde auto, en met auto-achtervolgingen terwijl ze haar tweelingzoons naar voetbal bracht of boodschappen deed. Rechercheurs ondervroegen zelfs haar destijds 9-jarige zoons tijdens het buitenspelen over hoe vaak de buurman bij hun moeder was.
“Risicomeldingen kunnen in de praktijk aanleiding om vormen ingrijpende bevoegdheden toe te passen”, stelt FNV. “Problematisch is in dat verband dat de Participatiewet, anders dan art. 126 g Wetboek van Strafvordering, geen waarborgen bevat die het gebruik van opsporingsmiddelen beteugelen.”
Welke opsporingsmiddelen er worden ingezet naar aanleiding van risicomeldingen uit SyRI, blijft vooralsnog in nevelen gehuld. Toen GroenLinks in oktober Kamervragen stelde over de onderzoeksbevoegdheden die naar aanleiding van risicomeldingen uit SyRI zijn ingezet op doorgelichte burgers, stelde staatssecretaris Van Ark van Sociale Zaken daar geen informatie meer over te hebben. Alle gegevens rondom een SyRI-onderzoek worden naderhand vernietigd, waardoor er geen reconstructie mogelijk was van risicomeldingen en hun gevolgen. Lees daar meer over in dit artikel.