Schakel de rechter in als de Tweede Kamer slaapt

Woensdag oordeelde de rechter over SyRI. Dat is nodig als burgerrechten in gevaar zijn, schrijven Ronald Huissen en Tijmen Wisman in reactie op een opiniestuk van Peter Olsthoorn. Onderstaand stuk verscheen afgelopen dinsdag in NRC

Journalist Peter Olsthoorn beschouwt de deze week spelende rechtszaak tegen SyRI als een nederlaag van de democratie. Dat schrijft hij in zijn opinie-artikel Over data-analyse moet het parlement besluiten, niet de rechter (2/2). Gelukkig betekent één verloren slag nog geen verlies in een goed functionerende rechtsstaat. De mogelijkheid om wetgeving te toetsen bij een rechter is geen nederlaag, maar juist een verdienste van de rechtsstaat.

SyRI (‘Systeem Risico Indicatie’) is een overheidssysteem dat persoonsgegevens van burgers aan elkaar koppelt om misbruik en fraude op te sporen. Een groep van maatschappelijke organisaties en burgers, onder wie NRC-columnisten Maxim Februari en Tommy Wieringa, heeft een zaak aangespannen over, vooral, de vraag of SyRI proportioneel is.

Als de volksvertegenwoordiging zit te slapen, dan kan het soms helpen om het volk wakker te schudden. Dat kan op verschillende manieren. Je kan een kampement opstellen bij de banken, met honderden trekkers richting het Malieveld gaan, of een rechtszaak met aansluitende publiciteitscampagne starten. Dat heeft onze coalitie gedaan in de SyRI-campagne.

Dat laatste klinkt het meest vreedzaam. Maar laat het nu net die rechtszaak zijn waarin volgens Olsthoorn een nederlaag van de democratie schuilt.

Kennelijk moet het parlement het laatste woord hebben, zelfs als het zwijgt, zoals bij de SyRI-wetgeving het geval was. Waar parlementaire inbreng bij de voorbereiding van SyRI in 2013 ontbrak, zien we zeven jaar later nog steeds een schrijnend gebrek aan politieke visie als het gaat om de grenzen aan de inzet van digitale technologie. De inbreng van de Kamer komt vooralsnog niet verder dan inventarisaties, pamfletteksten en reacties op incidenten.

Anno 2020 kunnen we niet langer wachten op de politiek om deze inhaalslag te maken. De toeslagenaffaire bij de Belastingdienst heeft dit onlangs pijnlijk onderstreept. Daarom zijn we blij met alle aandacht en het publieke debat dat eindelijk op gang komt en hopelijk weer voeding geeft aan onze volksvertegenwoordigers.

In dat debat mogen de grondrechten niet ontbreken. Onze grondrechten stellen grenzen aan de vrijheid van de wetgever, opdat deze niet in staat is om publieke autoriteiten uit te rusten met ongebreidelde macht. Dit dient om te voorkomen dat een democratie afglijdt in een politiestaat. Olsthoorn slaat hier geen acht op, maar onderstreept onbedoeld het belang van grondrechten als hij stelt dat de wezenlijke vraag is hoe data-analyse zinnig kan worden ingezet „zonder aantasting van de democratische rechtsorde”, zoals hij schrijft.

Vrijheid

Onze grondrechten vormen het hart van de democratische rechtsorde. Daarmee geven ze uitdrukking aan het feit dat de overheid er is voor de burger en niet andersom. Als de politiek de uitvoerende macht met bevoegdheden kan uitrusten zonder de grondrechten te respecteren, is zowel de vrijheid van de burger als de democratische rechtsorde in het geding.

Over de ernst van de inbreuk die door SyRI wordt gemaakt had de rechter tijdens de zitting op 29 oktober 2019 de meeste vragen. Volgens de landsadvocaat doet SyRI slechts onderzoek naar administratieve „discrepanties” en volgens ambtenaren zijn de adressen die eruit rollen niet die van verdachten, maar „verwonderadressen”.

Het staat in schril contrast met de woorden van de speciale rapporteur van de Verenigde Naties die meent dat de inzet van SyRI raakt aan de essentie van het recht op privacy: het is het digitale equivalent van opsporingsambtenaren die aankloppen bij alle huizen van een hele buurt. Dat zijn waarschuwingen voor de wijze waarop informatiemacht tegen burgers kan worden ingezet die ook recent door P.C. Hooftprijswinnaar Maxim Februari, voorzitter van het Princeton Institute for Advanced Study Robbert Dijkgraaf en schrijver Yuval Harari zijn onderschreven.

Dezelfde Peter Olsthoorn stelt dat de koppeling van fraudesignalen aan burgerservicenummers in SyRI leidt tot „concrete verdenkingen”. Wij zijn verheugd dat hij ons op dit belangrijke punt wél steunt. Gelukkig hebben we ook dit punt, dat zoveel verdeeldheid zaait, kunnen voorleggen aan de rechter. Dat is geen nederlaag van de democratie. Integendeel. Het is een zege van de democratische rechtsstaat.

 

Ronald Huissen, journalist, en Tijmen Wisman, universitair docent privacyrecht aan de VU, zijn secretaris en voorzitter van het Platform Bescherming Burgerrechten.