Platform Burgerrechten zeer kritisch over risicoprofilering voor adrescontroles

Met een wijziging van de Wet Basisregistratie Personen wil het kabinet risicoprofilering kunnen inzetten om adrescontroles uit te voeren. In reactie op dit voorstel waarschuwt het Platform voor het onbegrensde, ondoorzichtige karakter van deze nieuwe bevoegdheden.

Het gaat om Wet Basisregistratie Personen (BRP), die het kabinet met twee nieuwe regelingen wil wijzigen. In de BRP staan de adresgegevens van Nederlandse burgers geregistreerd. Door op basis van risicoprofielen persoonsgegevens uit verschillende bronnen aan elkaar te koppelen, moet er zicht komen op risico-adressen, waarvan wordt vermoed dat ze verkeerd geregistreerd staan.

Dit betekent dat alle adressen continu worden doorgelicht op basis van risicoprofielen. Hoewel het Platform erkent dat het actueel en juist houden van adressen een legitiem beleidsdoeleinde is, is er in dit voorstel onvoldoende oog voor de rechtsbescherming van de burger. Dit komt omdat meerdere beginselen vanuit het gegevensbeschermingsrecht niet zijn uitgewerkt in de concept-regelingen.  

Onbegrensde bevoegdheid om persoonsgegevens te koppelen

In haar inbreng wijst het Platform erop dat het voorstel een onbegrensde mogelijkheid schept om persoonsgegevens uit allerhande bronnen te koppelen voor de risicoselectie van adressen. “Er is geen begrenzing van de gegevens, anders dan de zeer algemene zinsnede die in artikel 2.37b Wet BRP is opgenomen: ’gegevens worden verstrekt die noodzakelijk zijn voor een goede uitoefening van de aan Onze Minister opgedragen taak’.”

De minister bepaalt daarbij welke selectiefactoren worden gebruikt in een ministeriële regeling, die naderhand kan worden aangevuld. Ook hierin zijn geen begrenzingen of waarborgen opgenomen ten aanzien van de te verwerken persoonsgegevens. Volgens het Platform komt hiermee een zeer brede bevoegdheid te liggen bij de uitvoerende macht, zonder dat er in het voorstel sprake is van begrenzingen, waarborgen of externe controle op de inzet van deze bevoegdheid.

Black Box werkwijze

Er wordt met het voorstel een ondoorzichtige dataverwerkingspraktijk in de wet opgenomen, met risico’s voor de burgers die worden doorgelicht. “Het proces van risicoselectie en vervolgacties die daarop worden genomen, lijkt geheel en al buiten het zicht van de burger en zonder enige mate van de nodige rechtsbescherming plaats te vinden, in een eenzijdige exercitie waar de uitvoerende macht alle lakens uitdeelt.”

Zo worden de resultaten van deze risicoselectie uitsluitend gecommuniceerd aan het college van burgemeesters en wethouders. Er staat niets opgenomen over de inzage die burgers kunnen krijgen in de reden dat ze worden geselecteerd voor een adrescontrole. “Er is een grote kans op valse positieven en burgers moeten zich hiertegen kunnen verweren. Daarvoor moeten burgers ook inzicht hebben in de redenen dat er een signaal over hem of haar is verzonden, zoals onlangs door de rechtbank is bepaald in de uitspraak rond SyRI.”

Het is onduidelijk waarom de informatieplicht aan burgers zoals voorgeschreven door de AVG, ontbreekt in de beoogde regelingen. Het voorstel miskent hiermee dat een correcte registratie van adressen zowel in het belang van de overheid als in het belang van de burger kan zijn. In de huidige, ondoorzichtige opzet worden alle burgers als mogelijke adresfraudeurs behandeld, terwijl er in vele gevallen geen sprake zal zijn van opzet. 

Zwarte lijsten

Tot slot wijst het Platform op het gevaar dat de lijsten met risico-adressen op andere plaatsen terechtkomen, waar ze voor andere doelen worden gebruikt. Het huidige voorstel stelt geen grenzen aan verder gebruik van deze lijsten voor andere doelen: “Deze lijsten kunnen het karakter krijgen van zwarte lijsten en de burger verdient rechtsbescherming tegen eventuele opname op een dergelijke lijst.”

Het feit dat de zwarte lijsten van de Belastingdienst in de Toeslagenaffaire ook terechtkwamen bij andere instanties en daar tevens tot grote problemen leidden voor de getroffen burgers, toont aan dat dit soort praktijken een grote bedreiging vormen voor de rechtsbescherming. Op basis hiervan “zou er toch meer prudentie mogen worden verwacht bij de aanzet van wetgeving die beoogt profilering te faciliteren”, schrijft het Platform in haar input.

Lees hier de volledige input van Platform Burgerrechten voorzitter Tijmen Wisman.

Bron afbeelding: https://www.flickr.com/photos/rhodes/386704432/ (CC BY-SA 2.0)