Kamer stuurt aan op grondige behandeling Super SyRI
De haastige invoering van Super SyRI baart ook de Kamer zorgen. Dat blijkt uit de brede kritiek op het voorstel, dat vlak voor indiening fors werd uitgebreid. Partijen die de wet moeten uitvoeren, kregen geen tijd om het nieuwe voorstel goed te bestuderen. Ook is het voorstel na uitbreiding niet opnieuw aan de Raad van State en de AP voorgelegd. Daar dringt de Kamer nu op aan.
De coalitie van maatschappelijke partijen die in februari een rechtszaak won tegen het Systeem Risico Indicatie schreef vorige maand een brandbrief aan kabinet en Tweede Kamer. Daarin uitten de partijen hun zorgen over het ingrijpende karakter en het gehaaste wetgevingsproces van de Wet Gegevensverwerking door Samenwerkingsverbanden, door de partijen tot ‘Super SyRI’ gedoopt. Het kabinet voegde op het laatste moment vier SyRI’s toe aan het voorstel. De coalitie tegen SyRI vreest dat dit zal leiden tot een overhaaste en onzorgvuldige behandeling van het wetsvoorstel.
Zorgvuldig consultatieproces
Die kritiek leeft ook in de Kamer, zo blijkt uit de inbreng in de eerste behandelronde van het wetsvoorstel. Vrijwel alle fracties uiten zorgen over de zorgvuldigheid van het wetgevingsproces, nu er een fors uitgebreide versie ligt van een wet die ook zonder uitbreiding al controversieel was.
De SP-fractie heeft forse bedenkingen bij de last minute toevoegingen aan het voorstel: “Klopt het dat de vier nieuwe samenwerkingsverbanden die in dit wetsvoorstel worden gepresenteerd pas na het advies van de Afdeling toegevoegd zijn aan het wetsvoorstel? Hoe denkt de regering dat dit een zorgvuldig consultatieproces ten goede is gekomen? Deelt de regering de mening dat de Afdeling, alsmede de AP, op dit punt door de regering buitenspel zijn gezet en daardoor niet (optimaal) hun wettelijke adviesrol hebben kunnen uitvoeren?”
“Regelrecht in strijd met de grondwet”
GroenLinks wijst op het vernietigende advies dat de Raad van State gaf op de voorgaande versie van het voorstel: “De Afdeling was van oordeel dat het eerdere wetsvoorstel regelrecht in strijd zou zijn met artikel 10 van de Grondwet (het recht op eerbiediging van de persoonlijke levenssfeer, red.). Kwam dit oordeel al een verrassing voor de regering? Is niet eerder op het ministerie van Justitie en Veiligheid de vraag gesteld of dit voorstel wel in lijn was met de Grondwet en internationale verdragen?”
De fractie wil een precies overzicht van hoe het kabinet het advies van de Raad van State in het nieuwe voorstel heeft verwerkt. Bij de SyRI-wetgeving stelde toenmalig minister Asscher tegemoet te zijn gekomen aan de forse bezwaren van de Raad van State. In een ongevraagd advies uit 2018 herhaalde deze echter forse kritiek die ze in haar eerdere advies had geformuleerd. Ook de Autoriteit Persoonsgegevens noemde naderhand de aanname van SyRI “dramatisch”.
“Op stoom en kokend water”
Ook vanuit de Kamerfracties van de regeringspartijen wordt aangestuurd op een nieuwe adviesronde. Volgens coalitiepartij D66 zou het verstandig zijn om zowel de Raad van State als de Autoriteit Persoonsgegevens alsnog om advies te vragen over het gewijzigde wetsvoorstel. Coalitiepartij CDA verzocht eerder om een zo spoedig mogelijke behandeling van het voorstel, maar wil eveneens weten of er een specifieke reden is waarom de Raad van State niet om advies is gevraagd op het definitieve wetsvoorstel.
De VVD gaat hier als enige partij niet in op het overslaan van de Raad van State, maar wijst er evenals de SP op dat de partijen die de WGS zullen uitvoeren, geen tijd hebben gehad om een grondige zienswijze in te dienen op het uitgebreide voorstel. De SP citeert de Expertisecentra voor Georganiseerde Criminaliteit, die stellen dat de vier toegevoegde samenwerkingsverbanden “op stoom en kokend water” aan het wetvoorstel zijn toegevoegd.
Tot slot ziet ook de ChristenUnie dat het voorstel “fundamenteel is gewijzigd qua structuur en inhoud”, en vraagt het kabinet of het heeft overwogen de nieuwe versie opnieuw ter advies voor te leggen aan zowel de Autoriteit Persoonsgegevens en de Raad van State.
“Recept voor datamisbruik”
De enige inbreng die niet aandringt op een grondigere behandeling is die van de Partij voor de Dieren. Deze is van oordeel is dat de regering het gehele wetsvoorstel zou moeten intrekken wegens de hevige en fundamentele kritiek die er op het eerdere voorstel kwam vanuit adviesorganen en maatschappelijke organisaties: “Een wet die leest als een recept voor (data)misbruik, privacy schendingen, mensenrechtenschendingen en andere grove misstanden.” PVV, Forum voor Democratie en 50Plus leverden geen inbreng op het voorstel.
Voorlopig kunnen we stellen dat de Kamer zich bewust toont van het wetsvoorstel dat op tafel ligt. Uit de 36 pagina’s aan schriftelijke inbreng in de eerste behandelronde blijkt dat de wet Kamerbreed kritisch wordt bekeken. Dat alleen is al winst ten opzichte van SyRI, dat als hamerstuk werd aangenomen na een korte schriftelijke behandeling.
Uitstel
Daarbij lijken alle fracties zich bewust te zijn van de complexiteit en ingrijpendheid van deze wet, zo blijkt uit de terechte vraag om een nieuw advies over het aangepaste voorstel. Waar het voorstel dat de Raad van State en de Autoriteit Persoonsgegevens beoordeelden slechts een skelet vormde voor de bevoegdheden die de regering met de WGS wil creëren, worden met de last minute uitbreiding van de wet vier publiek-private SyRI’s aan de wet toegevoegd. Die SyRI’s verschillen sterk van elkaar, zowel in werkterrein als in de verregaandheid, reikwijdte en mogelijke gevolgen voor burgers. De Raad van State adviseerde niet voor niets dat er voor iedere SyRI een aparte wet zou moeten komen. Alleen daarom al zouden zowel de AP en de RvS het wetsvoorstel opnieuw in al haar nieuwe aspecten van advies moeten voorzien.
Dat zou niet alleen de informatiepositie van de Tweede Kamer verbeteren, maar biedt eveneens de partijen verantwoordelijk voor de uitvoering de kans om een grondige zienswijze te ontwikkelen op de kaderwet en de vier daaraan toegevoegde samenwerkingsverbanden. Bovendien kan uit het nieuwe advies van deze colleges duidelijk worden in hoeverre de regering tegemoet is gekomen aan het eerste advies dat beide gaven over de WGS, en in hoeverre de aanpassingen cosmetisch van aard zijn.
De Kamer zou er daarom goed aan doen de behandeling van de wet, nieuwe adviezen van de AP en RvS incluis, ten minste over het zomerreces heen te tillen. Het is nog niet bekend wanneer het kabinet reageert op de inbreng van de Kamer.
afbeelding: ‘kamerzetels’ door risastla (CC BY-SA 2.0)